De oorsprong van de staat gaat terug tot de 6e eeuw n.Chr. In de middeleeuwen was Beieren een machtig hertogdom, aanvankelijk onder de Welfen, later onder de Wittelsbachers.
Steden als Regensburg groeiden uit tot belangrijke Europese centra op het gebied van religie en handel. Als keurvorstendom speelde Beieren na de Dertigjarige Oorlog een belangrijke rol in het beleid van de grootmachten. In de 19e eeuw werd Beieren een constitutionele monarchie. Deze periode wordt gekenmerkt door een grote culturele bloei en tal van politieke en sociale hervormingen.
Na de Eerste Wereldoorlog maakte aanvankelijk een communistische Radenrepubliek de dienst uit in Beieren, maar in 1919 werd een grondwet aangenomen die een parlementaire democratie mogelijk maakte. Onder het nationaalsocialistische regime verloor Beieren zijn soevereiniteit.
Op 1 december 1946 werd in een referendum een nieuwe grondwet aangenomen voor de vrijstaat Beieren.
6e eeuw n.Chr. | Ontstaan van het hertogdom Beieren |
1158 | Hendrik de Leeuw sticht München |
1180 | Keizer Frederik Barbarossa benoemt Otto van Wittelsbach tot hertog van Beieren |
1301-1347 | Lodewijk de Beier wordt koning van Duitsland en keizer van het Heilige Roomse Rijk |
1623 | Beieren wordt een keurvorstendom |
1662-1726 | Onder keurvorst Maximiliaan II Emanuel beleeft de barok in Beieren zijn grote bloeitijd |
1800-1815 | Zwaben en Franken vallen toe aan Beieren |
1806 | Beieren wordt een koninkrijk onder Maximiliaan I Jozef |
1818 | Beieren krijgt een eigen grondwet |
1825-1848 | Koning Lodewijk I maakt van Beieren een centrum voor kunsten en wetenschappen |
1835 | Eerste Duitse spoorwegtraject tussen Neurenberg en Fürth |
1864-1886 | Koning Lodewijk II, de ‘sprookjeskoning’ |
1918 | Beieren wordt een vrijstaat |
1933-1945 | Beieren verliest zijn soevereiniteit onder het nationaalsocialisme |
1946 | Grondwet voor de vrijstaat Beieren |
Het Haus der bayerischen Geschichte biedt een uitgebreid overzicht van de geschiedenis van Beieren (alleen in het Duits en Engels).